Header afbeelding

Als relatief jonge organisatie zijn we natuurlijk erg leergierig. We trokken we naar Zürich, dé wooncoöperatie hoofdstad van Europa. Een samenvatting van onze inzichten:

1. De bewoners van een wooncoöperatie kiezen in de eerste plaats voor een buurt, een gemeenschap. De woning zelf staat vaak pas op de tweede plaats. De gedeelde voorzieningen en het sociale netwerk dat er is zijn het belangrijkst.

2. De woonmobiliteit is een garantie
Het wonen in wooncoöperaties zorgt niet voor een dalende woonmobiliteit. Ze zijn wel een middel om de stadsvlucht tegen te gaan. Vooral gezinnen met jonge kinderen lijken in de stad voor deze woonvorm te kiezen. Binnen de wooncoöperaties die we bezochten was dan ook capaciteit voorzien om veranderende gezinnen altijd een woonunit te bieden die bij hun situatie past.

3. Aangezien niet de woning maar de buurt primeert, zijn bewoners van een wooncoöperatie tevreden met minder private ruimte en gaan ze dus kleiner en efficiënter wonen. De regel binnen de projecten is dat je woonunit bij je gezin past: je hebt enkel kamers voor de leden van je gezin.

4. Wonen in een wooncoöperatie kan echt levenslang. In elke fase van jouw leven kan de woning worden aangepast.

5. Je stapt in een wooncoöperatie omdat je er zelf beter van wordt, maar ook voor de volgende generaties. Het opzetten van een coöperatie doe je voor iedereen en je stad of buurt beter te maken. Je moet namelijk blijven investeren en evolueren. Ook het integreren van andere diensten, handelszaken en voorzieningen komt de coöperatie (en de omgeving) ten goede.